2021/2 – Ervaringen jongeren met de digitale overheid en het Informatiepunt Digitale Overheid

Een kwantitatief onderzoek onder jongeren tussen 16 en 24 jaar over het gebruik van de digitale overheid en de bekendheid en gebruik van het Informatiepunt Digitale Overheid. Een landelijk onderzoek waaraan 826 jongeren hebben meegedaan.

Vanaf 2019 zijn er zogenoemde Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) in de Bibliotheek ingericht. December 2021 zijn er in Nederland ruim 400 van dergelijke punten waar mensen terecht kunnen met vragen over en hulp bij het omgaan met de digitale overheid. Denk aan ondersteuning bij het aanvragen van een DigiD, het doen van belastingaangifte, vragen over werk of uitkering en het coronatoegangsbewijs.

Jongeren en de digitale overheid

Jongeren krijgen vanaf hun 15de jaar te maken met digitale diensten van overheidsorganisaties, bijvoorbeeld bij het aanvragen van een identiteitskaart, het aanvragen van het theorie-examen voor scooter- of autorijbewijs of bij het terugvragen van inkomstenbelasting bij een bijbaan. Als ze 18 worden komen daar ook zaken bij als het aanvragen van zorgverzekering en zorgtoeslag en het regelen van online bankzaken.

Tweederde van de jongeren vindt zelf dat ze (heel) goed de weg weten te vinden. De overige jongeren vinden dat ze dit nog altijd redelijk kunnen, slechts 5% geeft aan hier moeite mee te hebben. Zij schakelen bij problemen vaak de ouders in voor hulp. Het IDO is redelijk bekend onder jongeren, met name onder bibliotheekbezoekers. Een deel van de jongeren die er nog geen gebruik van maken, staat er voor open om dit te doen, vooral degenen die de bibliotheek al wel bezoeken en/of degenen die niet zo digitaal vaardig zijn.

Gebruik digitale overheid

Jongeren die de digitale overheid gebruiken, doen dit vooral voor het aanvragen van een DigiD, OV-chipkaart, paspoort/ID-kaart of studiefinanciering. Dit gaat over het algemeen goed. De jongeren die hier moeite bij ervaren, geven aan niet altijd te weten waar ze moeten zijn, soms moeite te hebben met het taalgebruik en te veel stappen te moeten doorlopen. Ze vragen in dat geval hulp aan ouders en bezoeken nauwelijks een informatiepunt voor hulp. Driekwart geeft aan op school te weinig te hebben geleerd over de digitale overheid. Ze hadden graag meer geleerd over bijv. belastingaangifte of toeslagen teruggave.

Bekendheid IDO

Bijna de helft van de jongeren (40%) is bekend met het IDO, 12% heeft er weleens gebruik van gemaakt. Dit zijn vooral de ‘oudere’ jongeren. Als jongeren de bibliotheek al bezoeken, maken ze ook vaker gebruik van het IDO. Jongeren gebruiken het IDO vooral voor hulp bij het aanvragen van DigiD, een paspoort of ID-kaart of studiefinanciering.
Jongeren die het IDO nog niet gebruiken, zouden dit wellicht overwegen te doen voor hulp bij het aanvragen van toeslagen, terugvragen van belasting of het afsluiten van een huurcontract of koopovereenkomst. Jongeren die niet overwegen het IDO te bezoeken, geven aan geen hulp nodig te hebben.

De landelijke IDO-campagne

De landelijke campagne met filmpjes over het IDO is nog relatief onbekend onder jongeren: 15% heeft deze gezien. Ruim de helft geeft na het zien van het filmpje aan deze wel aansprekend te vinden. Zij vinden het een duidelijk filmpje en vinden het goed dat jongeren het verhaal doen in het filmpje. Minder aansprekende punten zijn dat het filmpje wat saai is en dat sommige jongeren vinden dat het filmpje niet voor hen bedoeld is.
Hoewel het filmpje wel duidelijk maakt wat het IDO is en dat het voor iedereen toegankelijk is, zorgt het er slechts bij één op de drie voor dat zij zeggen het IDO te willen bezoeken.